Wiratha Parwa

LAKON WAYANG

Toen de Pandhawas als gevolg van het gokken met dobbelstenen verloren en hun schulden niet meer konden betalen, werden zij voor straf 12 jaar verbannen naar het oerwoud.

Na 11 jaar in het bos gewoond te hebben, probeerde de bevolking hen op te zoeken maar waren zij daar niet meer. Koning Kurupati van het land Ngastina verneemt dan dat de Pandhawa’s in het land Wiratha wonen. Tijdens de vergadering van de Kurawa’s besluiten zij om de oorlog te verklaren aan koning Matswapati van het land Wiratha omdat deze koning de Pandhawa’s beschermt.

Susarma, koning van Trigarta, helpt hen tijdens de inval op het land Wiratha. Hij doet mee aan de oorlog omdat hij teleurgesteld is vanwege de afwijzing toen hij om de hand vroeg van prinses Utari, de dochter van koning Matswapati. Daarom valt hij als eerste het land Wiratha aan voordat de Kurawa’s binnenvallen.

Tijdens de oorlog tussen de landen Trigarta en Wiratha verslaat Balawa van Wiratha het leger van Trigarta. Hij is eigenlijk Werkudara, één van de broers van de Pandhawa’s. Koning Matswapati weet dat niet en hij weet ook niet dat de Pandhawa’s degene zijn die de vijanden uit het land Trigarta en Ngastina kunnen verslaan. Wel krijgt hij te horen dat zijn zoon, prins Utara, degene is die de vijanden uit Ngastina kan terug dringen. Daarom toen Kangka tegen koning Matswapati zei dat niet Utara degene is die de vijanden terugdringt maar Wretnala, wordt koning Matswapati zo boos dat hij Kangka met een ijzeren schaal op zijn hoofd slaat totdat er bloed uit de wond spoot.

Nadat Kangka zwaar gewond is geraakt, komt Utara binnen en zegt tegen zijn vader dat niet hij de vijanden heeft terug gedrongen, maar Wrehatnala en vertelt hij ook dat de Pandhawa’s degenen zijn die hadden gevochten, want Balawa is Bratasena en Kangka is eigenlijk Puntadewa en Wretnala is Janaka.

Toen koning Matswapati te horen kreeg dat zij in werkelijkheid de Pandhawa’s waren, kreeg hij spijt wat hij gedaan heeft en vroeg hen om vergiffenis. Hij belooft de Pandhawa’s dat straks tijdens de Baratyuda oorlog niet alleen het land Wiratha maar ook zijn leven en die van zijn familie, de soldaten en alle rijkdommen ter beschikking stelt aan de Pandhawa’s om zijn schuld daarmee af te kopen.