Ramayana

EPOS

De Ramayana is een omvangrijk epos uit India. Samen met de Mahabharata vormt het een belangrijke culturele hoeksteen van het hindoeïsme. De dichter en wijze Valmiki heeft het epos naar schatting tussen 750 en 500 v. Chr. in een bepaald metrum gezet om het gemakkelijker te kunnen onthouden.

Het epos is als orale literatuur gedurende talloze generaties doorverteld, maar het oudste gevonden manuscript wordt gesitueerd omstreeks het jaar 1000 n. Chr. — in India schreef men toen op palmbladeren.[1] In totaal zijn er een 2000-tal gedeeltelijke of volledige manuscripten gevonden. De Ramayana bevat zo’n 24.000 verzen op 50.000 regels.

Het is het verhaal over Prins Rama, zijn broer Lakshmana en zijn vrouw Sita. De hoofdlijn van het verhaal betreft de ontvoering van Sita door de demon Ravana. Ze wordt meegenomen naar Lanka (de stad met de gouden muren). Uiteindelijk wordt Ravana, met de hulp van Hanuman, door Rama gedood. Daarnaast zijn er veel andere verhalen in het epos opgenomen.